De meeste schade wordt veroorzaakt door het verkeer. Met tussen 6500 aanrijdingen per jaar met reeën en de kosten die gepaard gaan met de afhandeling van ongevallen van zeker €1000 per aanrijding komen we al snel op een bedrag van 6,5 miljoen euro. In deze grove berekeningen zijn dan nog niet de kosten van de afhandeling van het ongeval en medische kosten meegenomen.
Andere schade wordt veroorzaakt door vraat aan plantendelen, het voedsel van reeën. De schade in boom- en fruitteelt bestaat uit het vreten van eindknoppen en - scheuten. Waardoor de kwaliteit of de ontwikkeling van de planten te leiden heeft. Reeën hebben voorkeur voor bepaalde boomsoorten. Met name fruit dragende soorten als braam en belangrijke voedselbronnen als klimop, eik, beuk, linde, es, esdoorn, abies, grove den, douglas en fijnspar. Minder belangstelling bestaat voor lariks en sitkaspar. Helemaal geen interesse heeft het ree als voedsel voor populieren, elzen en berken.
De schade door reeën aan bosaanplant en -verjonging bestaat in de regel uit het afvreten van eindloten die belangrijk zijn voor de hoogtegroei van de boom en het beschadigen van de bast van voor productie bestemde bomen. Als de jonge scheuten hoger zitten dan ongeveer 1.20 meter dan is het risico op schade door vraat eigenlijk voorbij.
Dezelfde aanplant is dan nog wel kwetsbaar voor het markeren en vegen met het gewei door de reebokken. De bast van de betreffende boom wordt regelmatig tot op de sapstroom beschadigd waardoor deze ter plaatse wordt onderbroken.
Plaatselijk kan de teelt van in eerste instantie economisch aantrekkelijke gewassen tot een enorme last worden. Bijvoorbeeld in de teelt van rozenbottels voor bloemstukken, á 10 cent per trosje. Indien dit wordt gedaan in een voor reeën ideaal leefgebied dan is er een grote kans dat er veel minder opbrengst zal zijn als in een gebied zonder reeën. De bloemist en/of koper van het bloemstuk zal die schade of de maatregelen om die schade tegen te gaan, moeten betalen.
Breng de schade in kaart!
Er zijn twee redenen om de schade in kaart te brengen namelijk:
- De maatregelen tegen de reeën (de veroorzakers) te nemen zoals afrasteren, het beïnvloeden van de hoeveelheid reeën of een ander gewas telen.
- Om de voorzieningen voor de gedupeerde te berekenen.
Verder kan met de registratie aangetoond worden dat er een problemen dreigen te ontstaan. Zodat er al vroeg nagedacht kan worden over oplossingen.
Het is in het belang van de wilde dieren als van de gedupeerden dat een zo reëel mogelijk beeld van de schade wordt geregistreerd.
De Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) Noord biedt grondeigenaren en grondgebruikers de mogelijkheid landbouwschade te registreren. U vindt dit onder http://www.ltonoord.nl. Een andere mogelijkheid is het melden van de schade bij de lokale wildbeheereenheid.