()
Ziekteverwekker
Reeën kunnen besmet worden met Q-koorts door de drager van het virus de bacterieCoxiella burnetii. De letter Q komt van het woord ‘Query’ dat ‘een vraag stellen’ betekent. De bacterie die Q-koorts veroorzaakt, Coxiella burnetii, was namelijk lang onbekend. De ziekte is voor het eerst vastgesteld bij slachthuispersoneel in Queensland, Australië. Vrijwel gelijktijdig werd de bacterie ook aangetroffen in teken in de VS.
Bij reeën (Capreolus capreolus) zijn in diverse wetenschappelijke studies uit Zuid- en Oost Europa antilichamen tegen Coxiella burnetii in het bloed aangetoond. Dat betekent dat die reeën besmet waren met de bacterie. De gevonden percentages besmette dieren varieerden globaal van 0 tot 30%, afhankelijk van de soort. Het is dan ook aannemelijk dat ook in Nederland, al voor de huidige epidemie, Coxiella circuleerde, hoewel gegevens hierover ontbreken.
Besmettingsbron en wijze van overdracht
Besmetting met de bacterie Coxiella burnetii kan door inademing van de bacterie en de aanraking met de voortplantingsorganen. De bacterie komt in de lucht in de periode dat besmette dieren jongen krijgen. De grootste bron van besmetting zijn op dit moment besmette geiten of schapen op bedrijven. Zij krijgen jongen in de periode februari tot en met mei. Vooral het vruchtwater en de moederkoek van besmette dieren bevatten grote hoeveelheden bacteriën. De bacterie kan ook voorkomen in melk, mest en urine.
Q-koorts is een infectieziekte die op dezelfde wijze van dieren overgaan op mensen. De infectie komt vooral voor bij herkauwers, maar kan ook bij andere dieren voorkomen. Alle besmette dieren kunnen de infectie overdragen op mensen. Mensen scheiden geen bacteriën uit wanneer ze hoesten en de ziekte is in principe niet van mens op mens overdraagbaar. Overdracht bij orgaantransplantaties of bloeddonatie zou eventueel ook mogelijk kunnen zijn.
Hoewel Coxiella ook in teken kan voorkomen, is er in Nederland geen aanwijzing gevonden dat teken besmet zijn. In 2008 zijn in dit verband 600 teken uit diverse gebieden onderzocht bij het RIVM, daarbij is geen enkele besmette teek gevonden.
Ziekteverschijnselen bij het dier
Het belangrijkste symptoom van Q-koorts bij geiten en in mindere mate bij schapen is vroeggeboorte of abortus in de laatste maand van de dracht. Bij runderen wordt Q-koorts niet in verband gebracht met abortus maar mogelijk met verminderde vruchtbaarheid. De meeste overige diersoorten vertonen geen symptomen, bij reeën en herten is niet bekend of Q-koorts zich met typische symptomen manifesteert, en zo ja welke. Mogelijk treedt ook bij reeën en herten vroeggeboorte op. Andere symptoom is hoge koorts.
Verspreiding en frequentie
In Nederland kregen voor 2007 gemiddeld 10 tot 20 mensen per jaar Q-koorts. In 2007 waren er bijna 200 gevallen, in 2008 werden er 1000 mensen gemeld en in 2009 zich in meer dan 2300 mensen Q-koorts. Daarna is de epidemie min of meer tot stilstand gekomen onder invloed van maatregelen in de dierhouderij. Zo’n grote uitbraak van Q-koorts bij mensen is nooit eerder in de wereld waargenomen.
Q-koorts bij in het wild voorkomende herkauwers in Nederland wordt door DWHC onderzocht. De vraag was in eerste instantie of er bij de jacht op grofwild zoals damherten, edelherten, wilde zwijnen, of reeën een risico voor de jager bestaat op besmetting met de bacterie Coxiella burnetii, die Q-koorts veroorzaakt.
Neem bij klachten die passen bij Q-koorts contact op met uw huisarts.
Uit 'Circulaire voor beheerders van reeën' door; Auteurs: Bart van Rotterdam, Merel Langelaar en Joke van der Giessen, RIVM Hendrik-Jan Roest, Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR Andrea Gröne, Dutch Wildlife Health Center, Utrecht
Voor meer informatie over Q-koorts:
dwhc.nl/onderzoek-q-koorts-reeen
www.rivm.nl/q_koorts.
www.nvwa.nl