Gedrag reeën

Reeën overleven door een patroon van eten, herkauwen en slapen. Dat patroon herhalen zij meerdere keren per dag en wordt dagritme wordt doorbroken door voortplanten en invloeden van buiten af zoals gevaar.

Een andere invloed op gedrag is de ontwikkeling van mals voedsel in het vroege voorjaar. In deze tijd laten de reeën zich goed zien terwijl ze eten. Het is goed te zien dat de reegeiten dan drachtig (dragend) zijn. De dragende reegeiten laten in maart/april hun jongen van vorig jaar alleen, want de kalfjes worden in mei/juni geboren. De tijd na de geboorte wordt de zoogtijd genoemd. De reekalfjes verstoppen zich in die periode in het voor hen vertrouwde lange gras.

In de steeds warmer wordende periode krijgen de reeën het dunnere, roodbruine haarkleed en nemen de reegeiten en -bokken de voor hen belangrijke gebieden in. Elke reegeit zoekt een zetgebied op. De plek waar zij de jongen de eerste weken veilig achten. Elke reebok is druk in de weer met het vormen van een territorium. Reebokken vegen dan aan twijgen en struiken met de geurklieren tussen hun geweistangen.

In alle jaargetijden kunnen reeën zich laten horen door het uitstoten van geluiden. Met name als de reeën hun territorium gevormd hebben en bij de voortplanting horen we het karakteristieke schelden en fiepen.

Medio juli start de bronst. De tijd dat reegeit en reebok paren, bij elkaar komen en zich voortplanten. Uiteindelijk wordt de reegeit beslagen en gedekt door de reebok. De vrucht die daarna ontstaat in de reegeit, de embryo, gaat in tegenstelling tot mensen pas maanden later groeien, in december-januari. Dat bijzondere proces noemt men vertraagde-implantatie.

In de tussenliggende tijd, de herfst, is er steeds minder makkelijk verteerbaar voedsel. De reeën eten en rusten veel en leggen zo een vetreserve aan om de winter door te komen. De dunnere roodbruine vacht verandert dan in een dichte, grijze vacht die hen tegen de kou en regen beschermd.

In oktober verliezen de reebokken het gewei. Direct daarna begint het nieuwe gewei te groeien.

Dit is ook het begin van de winter waarin er veel minder voedsel en beschutting is. Deze omstandigheden vragen juist meer of veel energie. Daardoor worden de vetreserves aangesproken en de groei van bijvoorbeeld het gewei beïnvloed. Je ziet de reeën in die tijd vaak in groepjes bijeen. Een dergelijke groep wordt een sprong genoemd.

De natuur gedraagt zich niet altijd zoals wij mensen dat menen te weten. Zo zijn er vroegrijpe reebokken en -geiten die in september-oktober, in de zogenoemde na-bronst, vol passie de liefde bedrijven en zich voortplanten.

Grafiek: Levensritme van ree naar Ellenberg 1975


Het gedrag van reeën bestaat uit eten, herkauwen, slapen en voortplanten. Voor het herkauwen hebben reeën rust nodig. Daardoor ontstaan er met regelmaat en per etmaal perioden waarin zij actiever en minder actief zijn. Dit dagritme verandert onder invloed van beschikbaarheid van voedsel en activiteiten voor het voortplanten. Activiteiten in het voortplanten van reeën zijn bijvoorbeeld territorium bepalen en de geboorte van de reekalveren.

Het dagritme in combinatie met de activiteiten voor het voortplanten zijn bepaald door de stand van de zon ten opzichte van de aarde. Wij hebben die stand van de zon ten opzichte van de aarde ingedeeld de jaargetijden. Het vastleggen van de activiteit van het ree gedurende vele jaren laat zien dat die activiteiten door de jaargetijden een ritme kennen, het levensritme van reeën.

In het levensritme van reeën onderscheiden we dus dagelijkse activiteiten en voortplanting gebonden activiteiten. Om reserves op te bouwen voor perioden met voortplanting gebonden activiteiten rust het ree relatief veel in de tussenliggende perioden.

De dagelijkse activiteiten zoals voedsel zoeken, eten, herkauwen en slapen vinden de hele dag plaats. Het meest efficiënt is het voor reeën te eten rondom zonsopkomst en zonsondergang.

Het eten en herkauwen van voedsel dat zacht is en snel verteert, zoals de jonge scheuten in het voorjaar, kost naar verhouding minder tijd dan het eten van de twijgen, wortels en vruchten in de winter. Dat wordt mede bepaald door de structuur van het voedsel en de werking van de spijsvertering. De tijd die het ree dagelijks besteed aan eten en herkauwen is daarom verschillend.

In de wintermaanden als de buitentemperatuur laag is, is de activiteit van het ree het hoogst in de namiddag. Dan heeft de zon de omgeving opgewarmd en verliest het ree de minste energie. Dit in tegenstelling tot de zomer. Dan verliest het ree energie doordat de temperatuur relatief hoog, het voedsel licht verteerbaar en de dag lang is. Dat energieverlies wordt overdag opgevangen door meer te rusten. De reeën zijn daarom in de zomer meer ’s nachts actief. Met uitzondering van de paartijd. Want dan zijn de dieren dag en nacht opzoek naar liefde. Dit omgaan met energie is een verklaring waarom in maart de reeën veel gezien worden en in de zomer het soms lijkt alsof de reeën van de aardbodem zijn verdwenen.

Bekend zijn met de redenen waarom reeën actief zijn is belangrijk. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat, als het dagritme van reeën verstoord wordt, de activiteiten als eten en verplaatsen en daardoor de kans op verkeersongelukken en schade toenemen. Door de reeën zo weinig mogelijk te verstoren neemt die kans af. Daarnaast is het leuk om te weten wanneer de reeën actief zijn omdat door toepassen van die kennis de kans om reeën waar te nemen groter is.

Je weet nu waarom dat je reeën op alle uren van de dag kan waarnemen met een grootste kans in de schemering. Voorwaarde is dat de reeën niet voortdurend gestoord worden in hun dagritme. Een uitzondering hierop vormen de zogenaamde veldreeën. Die kun je de hele dag zien. Echter wel op grote afstand van wat zij als gevaar kennen. Zij vinden de noodzakelijke rust namelijk door in het open veld afstand te nemen tot de verstorende activiteiten.

Cookies instellen