Leefgebied

Bijgewerkt: 2025-01-06T15:20:00+01:00

Het leefgebied van reeën is het gebied dat door de reeën gebruikt wordt. Leven betekent voor dieren vaak eten, rusten en voortplanten. Het leefgebied per individu neemt daarom toe en wordt minder duidelijk zichtbaar als de levensomstandigheden afnemen. Het ree moet dan namelijk in een groter gebied leven. Komt het ree betere omstandigheden tegen dan gaat het proberen om bij die betere omstandigheden te leven. Het leefgebied van dat ree verplaatst zich dan. Het leefgebied wordt ook wel verspreidingsgebied, homerange (Engels) of streifgebiet (Duits) genoemd.

Een leefgebied is een gebied dat ieder dier of een groep dieren heeft. Het leefgebied biedt leefomstandigheden. Die leefomstandigheden hebben invloed op de populatie. Voor reeën zijn dat voedsel, rust en dekking samen vormen zij de habitat voor reeën. Binnen het begrip leefgebied worden ook delen nader aangeduid bijvoorbeeld voedsel- en rustgebied.

Het leefgebied van één ree overlapt vaak het leefgebied van soortgenoten. Soms wordt een deel van het gebied tegen soortgenoten verdedigd. Dat gebied noemen we het territorium.

Het leefgebied is ook het totaal aan gebieden waarin reeën leven. Of reeën hun leefgebied groter maken kun je waarnemen. Bijvoorbeeld door de aantallen dieren in een gebied te tellen. Daarna kun je stellen dat een gebied het leefgebieden van reeën is  en dat deze zich verspreiden naar andere gebieden. Het verdwijnen van rust in het leefgebied kan zorgen dat de reeën er niet meer kunnen leven. Daardoor wordt het leefgebied kleiner.

Afbeelding: Hoge sprong van reebok over ruige sloot. Foto: Jeanne Otten


Andere manieren van tot stand komen van een gebied zijn eigendom, wet- en regelgeving en vormen van gebruik of beheer. Deze zorgen voor variatie in de leefomgeving. Een variatie die kan leiden tot biodiversiteit en dus goede of slechte invloeden hebben op het welzijn voor niet gehouden dieren.

De term leefgebied wordt ook in die context gebruikt door mensen die een hek plaatsen om een gebied waar reeën mogen leven. Zo is de Veluwe als leefgebied aangewezen voor wilde zwijnen en edelherten. Daarbuiten worden zij niet geaccepteerd. Dit zijn geen gebieden bepaalt door het dier maar door mensen die bepalen hoe we met dieren omgaan.

Alleen het ree bepaalt of de leefomgeving, het gebied, geschikt is om te leven. Het zijn uiteindelijk de dieren die bepalen of zij in een gebied kunnen leven en maken het tot hun leefgebied.

De aanwezigheid van reeën wordt grotendeels bepaald door de aanwezigheid van dekking en open terrein. Dat maakt dat de dieren zich kunnen verspreiden. Reeën komen daarom op ons continent voor tot in het hooggebergte en tot ver in Azië. Er zijn twee soorten reeën. In het kaartje hieronde zie je de begrenzing tussen het Europese ree en het Siberische ree. 

Uit de bodem van het IJsselmeer zijn geweien van reeën opgegraven die bijna een miljoen jaar oud zijn. Dat overbrugt, vier ijstijden. In de perioden tussen de ijstijden, is de aarde soms tienduizenden jaren warm geweest. Het ree heeft dus bar koude en warme leefomstandigheden overleeft. Het dier heeft overleefd in de regio's Griekenland en Spanje. Van waaruit zij steeds opnieuw het verspreidingsgebied ten noorden van de Alpen zijn gaan gebruiken.

Tekening: Verspreidingsgebied reeën


De populatie reeën is gegroeid tot de meest voorkomende soort herten in Europa. Vanaf de laatste ijstijd heeft het gebied van de Atlantische Oceaan naar het Verre Oosten eruitgezien als een koude steppe. Van het zuidwesten van Frankrijk langs de Middellandse Zee tot aan de rand van de Karpaten hebben de reeën zich verspreid. Daarna is de gemiddelde temperatuur gaan stijgen en is het verspreidingsgebied naar het noorden uitgebreid. Het ree is daarbij goed in staat gebleken om de invloeden van de omgeving te overleven. Migreren en aanpassen lijkt de overlevingsstrategie van het ree.

De mens heeft zich ontwikkeld tot grootgebruiker van natuurlijke bronnen. Vanaf de late middeleeuwen is een beperkende invloed uitgeoefend op het voorkomen van reeën. In grote delen van Europa is de bevolking toegenomen en daardoor ook het cultiveren van de bodem en de daarop groeiende gemeenschappen van wilde planten en dieren. Door het ontginnen en cultiveren van de natuur raakt dit wild de noodzakelijke leefomstandigheden in hun leefomgeving kwijt, zo ook de reeën. Inmiddels is er meer en meer aandacht voor deze negatieve ontwikkelingen.

De bescherming die daaruit voortvloeit heeft als gevolg dat lokaal de dichtheid toeneemt en de dieren zich verspreiden. Met de gevolgen die dat met zich meebrengt zullen mensen leren omgaan. Dat leren samenleven met reeën is de reden voor het ontstaan van Kenniscentrum Reeën.

Nederland is goed voor reeën

Tachtig jaar geleden kwam het ree in Nederland vooral voor in de bosrijke streken op de hogere zandgronden in het oosten en midden van ons land. Het viel net als konijn en haas onder het wild.

Het ree past zich snel aan naar de leefomstandigheden en wordt daarbij geholpen door regels. Met de bescherming door de jachtwet (1954) is het aantal reeën dan ook snel toegenomen. Niet zo zeer in de dichtheid maar wel heeft deze soort zich sterk over het land verspreid.

Afbeelding: Geografische verspreiding van het ree 1960

Verspreiding in kaart: 1960

Afbeelding: Verspreiding ree 2003

Verspreiding in kaart: 2003


De soort weet goed te profiteren van de regels rond populatiebeheer (jagen) en de veranderingen in het beheer van bos, infrastructuur en natuur. De reeën komen nu verspreid over alle provincies van Nederland voor en voelen zich inmiddels onder andere thuis in het noordelijk zeekleigebied van Groningen, in de veenweidegebieden in Friesland, in het natte elzenbroekbos in de kop van Overijssel en in de akkerbouwgebieden in Flevoland en Zeeland. Daarnaast is het ree in de duinen een bekende verschijning. Kortom, we treffen dit dier in een grote variatie van leefomstandigheden aan.

Met het regelen van het natuurbeheer per leefgebied ziet de toekomst er goed uit voor het ree.

Afbeelding: Ree vriendelijk! varkens- en schapenwerend raster met manchet


Het ree zal zich tijden het leven verplaatsen opzoek naar optimale leefomstandigheden. Als het dier deze vindt kan het zich vestigen en voortplanten. Daarbij komt het dier hindernissen en barrières tegen die het dier de doorgang belemmeren.

Hindernissen worden barrières als zij de uitwisseling met andere dieren van dezelfde soort zodanig belemmeren dat wederzijds uitwisseling van genetisch materiaal niet mogelijk is. Barrières zorgen dat het landschap voor de betrokken soort versnipperd is en dat het beperkt is in het vinden van noodzakelijke leefomstandigheden.

Deze beperkingen kunnen worden voorkomen door barrières weg te nemen met innovatieve faunatechniek zoals wild-reflectoren, (dynamische) wild-waarschuwingssystemen, fauna-geleidende rasters, soortvriendelijke rasters, fauna-oversteekplaatsen en fauna-uittreedplaatsen.

Het leefgebied van de reeën kan begrensd worden door rasters en hekken. In dat geval bepalen zij de 'beschikbaar' gestelde leefomstandigheden voor dieren en mensen. De bijwerking van rasters is dat vaak ook andere diersoorten dan de soort waarvoor de afrastering wordt aangelegd, er niet door kunnen. Hekken en rasters versnipperen zonder extra maatregelen dan ook nagenoeg altijd de leefomgeving van diersoorten.
br/>Zo'n afscheiding werkt alleen als deze ook werkelijk een scheiding is in de leefomgeving van de doelsoort. Voor een ree vormt een afrastering van negentig centimeter hoog alleen in de eerste maanden van het leven een barrière. Zo vormt een opening van negentig centimeter hoog en 30 centimeter breed geen barrière voor reeën.

Afbeelding: Wildkerend-raster van één meter twintig hoog

Een raster vormt voor reeën wel een barrière als de maaswijdte kleiner is als dertig centimeter en de afrastering één meter en twintig centimeter of hoger is.

Een volwassen ree zal alleen in een extreem geval nog over zo'n hindernis kunnen springen maar de jongen kunnen het volwassen ree niet volgen en het volwassen dier gaat ook niet eenvoudig weer terug.

Een raster is honderd procent blokkerend voor reeën bij een hoogte van één meter en tachtig centimeter. De extreme variant van zo'n raster is het wildkerend raster. Een wildkerend raster voorkomt schade bijvoorbeeld in het verkeer door aanrijdingen met reeën, wilde zwijnen, damherten of edelherten. Voorbeelden zijn de grofwildrasters op de Veluwe en de Oostvaardersplassen.

Wildspiegels of -reflectoren zijn tijdelijk hindernissen in de leefomgeving. Zij vormen geen barrière omdat zij na enkele seizoenen zelfs een averechts effect hebben. De dichtheid aan reeën neemt door het tegenhouden van de dieren in alle gevallen toe waardoor er een migratie 'druk' ontstaat die leidt tot het 'nemen' van de hindernis. Daarbij 'leren' de dieren dat de gevaarlijke situatie niet zo gevaarlijk is. We noemen dit gewenning. Treed gewenning op dan zijn de omstandigheden gelijk geworden als in de beginsituatie, echter met een hogere dichtheid en dus meer kans op aanrijdingen.

Met de juiste kennis kan het leven voor reeën en andere wilde dieren ook gemakkelijker worden gemaakt. Een variant op het wildkerend raster is namelijk het wildgeleidende raster. Dat wordt gebruikt om de dieren te leiden naar oversteekvoorzieningen zoals ecoducten. De toepassingen van wildgeleidende rasters is vaak zodanig dat een soort trechter wordt gevormd waardoor de dieren bij faunaoversteekplaatsen komen. In een kanaal kan het een wildgeleidende voorziening zoals een drijver of damwand zijn die het dier naar een uittreedplaats leidt.

Het bewust zijn van en combineren van hindernissen en barrières is belangrijk in het geschikt zijn van een gebied als leefgebied voor een diersoort, zoals het ree.

Kijk de video: Vroege Vogels - Reebok springt over afrastering
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/afbeeldingen/video/reebok_springt_over_afrastering_420.webp
https://www.youtube.com/watch?v=NTGET6TmTh0
Tussen een oude melkfabriek en onze boerderij in steken de reeën regelmatig de doorgaande weg tussen Zuid- en Noordbroek over om van de klei- naar de zandgronden te gaan en omgekeerd. Tot nog toe zijn er geen ongelukken gebeurd. Gefilmd door Willem ten Rae. Gepubliceerd op Youtube door: Vroege Vogels, Gefilmd door Willem ten Rae 2013-04-02T00:00:00+01:00

Buiten de opengestelde paden en gebieden gaan betekent beschadigen van bezit, beperken van de vrijheid van anderen en verminderd de leefomstandigheden voor de aanwezige in die natuur levende dieren en planten. Het gebied wordt minder geschikt als leefgebied. Wordt dit veel gedaan dan verdwijnen bijvoorbeeld alle rustige gebieden en verdwijnen de reeën.

Het komt veel voor dat mensen in de gelegenheid worden gesteld de natuur in hun omgeving te bezoeken. Dat is tot dan het leefgebied van reeën. Op zich is een ree goed toegerust om belagers vergelijkbaar met wolven op een dwaalspoor te brengen en de gevaarlijke plaatsen te mijden. Maar tot op zekere hoogte. Want naast het vluchten voor belagers moet een ree kunnen eten, rusten en voortplanten om te overleven. Als één van die activiteiten niet voldoende kan plaatsvinden verdwijnt het ree. Daar horen terreinbeheerders en bezoekers van de natuur rekening mee te houden. Dit is onder andere geregeld in de Wet natuurbescherming.

Terreineigenaren ontsluiten om het beheer te kunnen bekostigen hun terrein open voor mensen. Dat doen zij door paden open te stellen. Zij beperken daardoor de tot dat moment rustige leefomstandigheden voor de in het wild levende dieren en planten. Helaas houden veel mensen zich niet aan de regels en gaan zij buiten de opengesteld paden. Dat doen mensen zelf maar ook door min of meer georganiseerde activiteiten zoals crossen, droppings, survivals, geocachining. Bovendien kunnen mensen hun huisdier buiten de opengestelde paden laten gaan. Kortom door misbruiken van de gastvrijheid van de terreineigenaren hebben de in het wild levende planten en dieren veel minder of ontbreken zelfs de leefomstandigheden om daarin te leven. Het gebied kan daardoor geen leefgebied blijven of worden.

De confrontatie tussen reeën en honden leidt vaak tot direct levensgevaar voor zowel de hond(en) als de reeën. Het gevaar ontstaat als het los laten lopen van de hond struinen wordt en dat struinen leidt tot het vinden van een dier en het vluchten van dat dier leidt tot het najagen door de hond. De hond is door het loslopen in staat te leren jagen, een ree te verwonden en te doden. Dat gebeurt niet vanzelf dat laat de baas van de hond door deze niet aangelijnd te houden, ontstaan. Daarvoor hoef je veel honden niet eens aan te moedigen. Dan, als de hond jaagt, is het zelfs voor ervaren hondenbegeleiders erg moeilijk de hond te stoppen. De hond volgt het ree op diens vlucht o.a. over de openbare weg.

Afbeelding: Jagende hond verstoord noodzakelijke rust reeën.


Het komt veel voor dat honden, kinderen en bezoekers van natuur in de gelegenheid worden gesteld te rennen, ravotten en struinen in de natuur, het leefgebied van reeën. Daar is mits met mate niets mis mee. Een ree is namelijk goed toegerust om belagers als wolven in de vrije natuur op een dwaalspoor te brengen en de gevaarlijke plaatsen te mijden. Daar houden terreinbeheerders rekening mee bij het openstellen van paden.

Met name binnen vijfhonderd meter van een doorgaande weg is de kans groot dat ree en hond de openbare weg oversteken. Het risico op een aanrijding is zo door het niet aanlijnen van de hond ontstaan. Zo'n botsing met een hond of ree is vaak een ware slachting. Hulpverleners en boswachters worden geconfronteerd met een aangereden dier en niet zelden een bestuurder die zo’n situatie nog nooit heeft meegemaakt. De botsingen zijn vaak zo hevig dat het dier dood is of ter plekke gedood moet worden.

Het risico neemt de laatste jaren om drie redenen toe:
a: Het aantal loslopende honden en de behoefte om de dieren vrij te laten ravotten neemt toe. Dat wordt versterkt door honden uitlaat services. Die bovendien vaak niet de volledige controle over alle dieren hebben.
b: De toename en dus de verspreiding van de reeën en andere grote hoefdieren. Waardoor de kans op reeën op een confrontatie toe neemt.
c: De toename van verkeersdeelnemers die alert zijn op, uit de natuur, de weg op rennende dieren.

Ook daar waar het niet aangelijnd uitlaten van honden is toegestaan geldt de Wet Natuurbescherming. Zo is de terreineigenaar van een dergelijk gebied in overtreding als deze diens bezoekers honden de leefomgeving van het ree laten verstoren. Tenzij deze daar een ontheffing voor heeft gekregen.

Kortom het is kwalijk als mensen buiten de opengestelde paden gaan of dit laten gebeuren. Des te meer als daarbij aanlijngeboden worden genegeerd waardoor huisdier loslopen in natuurgebieden.

Afbeelding: Hulpverlenen bij ree in spijlenhekwerk

In de eerste plaats:

  • Rustig en doortastend handelen. Vaak komt het goed.
  • Zorg voor veiligheid van jezelf en anderen.
  • Houd veel afstand. Het dier zit gevangen omdat het niet gewend is achteruit te gaan. De omstandigheden bekrachtigen nog eens het voorwaarts vluchtgedrag.
  • Bel tel. 0900 88 44 (politie)
  • De politie haalt andere hulpverleners ter plaatse.

Hulpverleners

  • Bedek de ogen van het dier.
  • De ervaring leert; het dier kan er uit zoals het er in is gekomen! Achteruit via schouders en kop. Schouders zijn smaller en flexibeler als heupen. Schrik niet een ree kan angstaanjagend 'klagen'.

Wat ons opvalt is dat op alle foto's van reeën in spijlenhekwerk de onderste verbindingsstang voorkomt. Die lijkt te voorkomen dat het ree weer op staat. Wij adviseren bovenkant onderste verbindingsstang gelijk met maaiveld.

Afbeelding: Vrijwilligers rasterploeg Vereniging het Edelhert brengen manchet op schapengaas aan
Afbeelding: Raster mantel. Foto: Henk van der Stouw
Afbeelding: Gevaarlijke bovendraad raster landgoed Houdringe de Bilt
Afbeelding: Overstekende reeën op snelweg
Afbeelding: Ree in water zonder uittrede plaats
Afbeelding: Reebok achter onneembare afrastering. Foto: Roland Peltzer


Hindernissen leefgebied in beeld

Cookies instellen