Icoon: Vreemdmaken

Reekalveren redden

Bijgewerkt: 2025-01-03T14:15:00+01:00

Elk voorjaar en zomer lopen duizenden reekalveren het risico om gedood te worden door maaimachines. Maaien is een concrete activiteit die wij mensen in de fysieke leefomgeving utvoeren. Afhankelijk van de manier waarop we het maaien voorbereiden en uitvoeren vallen er slachtoffers. In dit speerpunt helpen we de slachtoffers onder reeën te voorkomen. 

Hoewel de jongen, die vanaf eind maart tot half juni geboren worden, al een paar uur na de geboorte kunnen lopen, brengen ze de eerste weken meestal liggend op de grond door, opgerold en verborgen. De reegeit laat haar kalfjes enkele uren alleen vaak in een weide met hoog gras, waar ze zich verstoppen.

Dit gedrag helpt reekalveren om vijanden te ontwijken en voorkomt onnodig energieverlies door te vluchten. Omdat reekalfjes in de eerste levensweken bijna geen eigen geur hebben en goed gecamoufleerd zijn door hun bruinachtige vacht met witte vlekken, blijven ze beschermd tegen gevaar in het hoge gras. Bij gevaar, zoals bewegingen, geluiden of vreemde geuren, blijft elk reekalf roerloos en bedekt, zelfs als de maaimachines naderen.

afbeelding: Reekalf in lang gras


Voor bestuurders van moderne maaiers die soms snelheden van meer dan 20 km/u bereiken zijn verborgen reekalveren meestal niet zichtbaar. De gedode en verminkte reekalveren vormen op drie manieren een probleem. Ten eerste moet het leed dat het maaien van een reekalf veroorzaakt, om morele redenen worden voorkomen. Ten tweede vormen gedode reekalfjes een economisch risico, omdat gifstoffen en ziekteverwekkers uit de karkassen het veevoer kunnen besmetten en de prestaties van het vee kunnen schaden. Tot slot wordt het ree aan de natuur onttrokken en kan het niet meer worden waargenomen.

Vaak zijn er pogingen gedaan om reeën met hun reekalveren te verjagen door middel van zogenaamd vreemdmaken en/of door ze op te sporen en te redden van het maaien met behulp van verschillende zoekmethoden. Bij vreemdmaken worden op de dag voor het maaien voorwerpen in het veld geplaatst die bedoeld zijn om reeën te storen en samen met hun nakomelingen weg te jagen. Er worden bouwlampen, radio's, vlaggen gemaakt van lakens of vuilniszakken, ballonnen of afschrikwekkende geuren gebruikt. De installatie moet plaatsvinden aan de vooravond van het maaien. Het langer als een dag vreemdmaken van een veld is niet mogelijk, omdat reeën snel wennen aan vreemde voorwerpen in hun ‚vertrouwde‘ omgeving.

Kijk de video: Voorkom maaislachtoffers
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/afbeeldingen/video/voorkom_maaislachtoffers_800.jpg
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/video/wel_en_wee_ree.mp4
Op initiatief van J.Brinkman en H. van der Wal ontstane film over praktische manier om slachtoffers bij maaien hooigras te voorkomen.
Geproduceerd door: D.Bulten
Gesteund door regio Achterhoek Vereniging Het Ree

2007-05-12T00:00:01+01:00


Als tijd en organisatie het toelaten kan het veld handmatig worden doorzocht voordat er gemaaid wordt. Dit vereist een grotere groep speciaal bijeengebrachte mensen die in dichte rijen door het veld lopen en uitkijken naar reekalveren. Gevonden reekalveren worden in veiligheid gebracht.

Vergelijkbaar met het handmatig zoeken is het zoeken met behulp van infrarooddetectoren. De ogen van een menselijke zoekgroep worden vervangen door warmtesensoren, gemonteerd op een lange, horizontale buis of balk. Het apparaat is toen door één persoon over het veld gedragen, registreerde de verhoogde warmtestraling van een reekalf ten opzichte van de grond en waarschuwde de drager akoestisch.

De gepresenteerde methoden voor het verstoren, opsporen en veiligstellen van reekalfjes zijn te inefficiënt voor het moderne landschapsbeheer. Dat is ontworpen voor snelheid. De methoden worden daarom niet op grote schaal toegepast.

Uit onderzoek en ervaring is gebleken dat de detectie van reeën vanuit de lucht met behulp van een warmtesensor en bijpassende training van het droneteam effectief kan zijn.

  1. Inventariseer nut en noodzaak.
  2. Organiseer voorkomen slachtoffers voor een faunarijk landschap (missie).
  3. Ga in overleg met de grondgebruikers en/of eigenaar (een maand voor de activiteiten).
  4. Verbind grondgebruikers met droneteam.
  5. Stem de activiteiten af:
  • Waar: Percelen in kaart brengen en routes uitstippelen.
  • Wat: Bijvoorbeeld reekalveren redden.
  • Hoe: Bijvoorbeeld door voorvliegen, schouwen met droneteam gevolgd door veiligstellen
    • Spoor de dieren op
    • Lokalisseer de hotspots.
    • Breng de dieren in veiligheid en/of zet deze vast
    • Maai voor Biodiversiteit
  • Wanneer: Moment van maaien aangeven.

Folder: Natuurdrone
Folder: Voorkom slachtoffers maaien
Poster: Voorkom slachtoffers maaien
 

Missie: Voorkom maaislachtoffers!

Veiligstellen betekent het voorkomen van slachtoffers door activiteiten zoals maaien. Reekalveren zijn niet de enige slachtoffers. Voor meer informatie over de effecten van maaien op de fauna, raden we aan onze bronnen  rond maaien te lezen zoals het onderzoek "Wiessen ernteprocessen und die wirkung auf die fauna".

In de maanden maart tot juni krijgen veel dieren hun jongen. Het verstoren, vastzetten of verplaatsen van dieren is alleen toegestaan als er op korte termijn een bedreiging is, bijvoorbeeld als het gras de volgende dag gemaaid wordt. Om slachtoffers te voorkomen, worden de dieren opgespoord, in veiligheid gebracht en wordt voorkomen dat ze voordat er gemaaid wordt terugkeren in het perceel. Dit vorkomen dat de dieren terugkeren in het perceel noemen we vastzetten.

Traditionele methoden om reekalfjes te verstoren zijn inefficiënt voor modern landschapsbeheer. Daarom worden steeds vaker warmtebeeldsensoren ingezet om de dieren of hun nesten te detecteren, bijvoorbeeld door droneteams met natuurdrones.

Schets van warmtebeeldsensoren aan machine die nog te bewerken strook op reekalveren of andere dieren afzoeken.


De combinatie van warmtebeeldsensoren, GPS-techniek en drones maakt het mogelijk om hotspots te lokaliseren en door te geven aan de veiligstellers of besturing van de machines. Hierdoor kunnen de betrokkenen reageren op de verblijfplaats van dieren en slachtoffers voorkomen. Met de informatie kunnen zij bijvoorbeeld bepalen of zij de dieren in veiligheid gaan brengen, van Binnen naar Buiten gaan Maaien of de locaties niet bewerken.

Zodra de locaties van de hotspots bekend zijn, begint het veiligstellen. Het in veiligheid brengen kan op de volgende manieren gebeuren:

  • Het perceel of een deel ervan niet bewerken.
  • De hotspot lokaliseren, analyseren en delen met de maaier.
  • Het nest of dier vastzetten.
  • Het dier of nest verplaatsen en eventueel vastzetten.

Het droneteam van Kenniscentrum Reeën geeft de voorkeur aan het vastzetten van het reekalf onder een mand, er vervolgens omheen maaien en het reekalf vrijlaten na het maaien.

Niet bewerken (deel) perceel
Niet bewerken is vaak geen optie. Wel kunnen er redenen zijn om delen van een perceel niet te bewerken. Dan is het zaak die plekken door te geven. Markeren van die plekken in het perceel leidt in veel gevallen tot verstoring van de aanwezige dieren. Wel kunnen de locaties gedeeld worden met de veiligsteller(s) of andere betrokkenen.

Hotspots lokaliseren
Een ervaren droneteamlid gaat een inschatting maken van wat er is gedetecteerd. De piloot kan bijvoorbeeld met de dronecamera proberen te laten zien wat er is gevonden. Een waarnemer kan op basis van de kenmerken van de hotspot proberen te raden wat er is gelokaliseerd. Het meest effectief is het begeleiden van de veiligstellers naar de hotspots.

Verplaatsen of vastzetten reekalveren
Vastzetten is het beschermen van een dier of nest door een kooi, mand of kist om het dier of nest te plaatsen met als doel te voorkomen dat het dier in een te bewerken perceel gaat.

Om reekalveren vast te zetten is het belangrijk te weten waar reeën zich ophouden. Dat kan door het gedrag van de reegeiten te observeren. In de weken om de geboorte bewaakt en verdedigt de reegeit de plek met de reekalveren. Als een reegeit zich opvallend laat zien maakt dat aannemelijk dat er reekalveren in het perceel zijn. De reegeit en het reekalf komen dagelijks met enige regelmaat slechts kort bij elkaar. In de tussentijd verstopt het reekalf zich en vertrouwt op de schutkleuren en het weinig afgeven van geur. Die plek opsporen met een natuurdrone geeft een hotspot en is een concrete aanwijzing dat er een reekalf of ander warm object in het perceel ligt.

De aanwijzing is het moment dat de veiligsteller met hulpmiddelen het reekalf gaat veiligstellen.

Zorg dat het dier zo min mogelijk met vreemde voorwerpen in aanraking komt.
Het in veiligheid brengen van reekalveren veroorzaakt veel stress en kan storende geuren afgeven. 25% van de veiliggestelde reekalveren wordt zonder deze maatregelen door de moeder verstoten. Dit percentage kan worden verlaagd door ervoor te zorgen dat de jonge dieren door de reegeit herkend worden. Dit kan worden bereikt door het reekalf zo min mogelijk met vreemde voorwerpen in aanraking te laten komen. Pluk daarom voordat je het reekalf oppakt lang gras of bladeren en zorg dat deze tussen het dier en de hulpmiddelen komen.
Gebruik tijdens het opsporen en in veiligheid brengen geen nieuwe handschoenen maar gebruik handschoenen, dozen, zakken en ander gereedschap die buiten de verpakking in de buitenlucht zijn bewaard.

Om het reekalf te vinden en adequaat op te pakken is het belangrijk dat het reekalf in enkele weken leert steeds beter, plotseling, te vluchten en na een korte vlucht zich te laten vallen en drukken. Ze blijven graag in de voor hen vertrouwde omstandigheden. Daardoor laten ze een onopvallend geurspoor achter. Waardoor predatoren moeite hebben om hen te vinden.

Dit gedrag kan tot eind juli optreden. Dit maakt het voor de veiligsteller in de weken na de geboorte steeds moeilijker om het reekalf vast te zetten of te verplaatsen. Het is effectief om bij het veilgstellen er vanuit te gaan dat het reekalf al kan vluchten en zich drukken. Dat betekent klaar zijn om het dier te pakken of de mand over het dier te plaatsen voordat het is gevonden. Wij oefenen dat door onder winderige omstandigheden een ballon onder een mand te gaan vangen.
Als het vastzetten of veiligstellen niet lukt is het zaak de situatie aan de maaier door te geven zodat deze extra goed oplet.

Ondanks al deze maatregelen komt het toch nog voor dat reekalveren tussen het moment van veiligstellen en het bewerken terug gaan in het te bewerken perceel. Daarom bevelen wij aan direct na het in veiligheid brengen met het maaien of de andere werkzaamheden te beginnen.

Daar waar niet met drones mag worden gevlogen kan met vrijwilligers de percelen worden afgezocht. Helaas worden dan niet alle reekalveren gevonden.

Natuurdrone team redt reekalveren

Maai niet de randen!

Ga naar het midden van het perceel

Afbeelding: Eenvoudig wildwaarschuwingssysteem

Maai van binnen naar buiten

Afbeelding: Maai van binnen naar buiten

Maai daarna de randen

Afbeelding: Maai, Tenslotte, randen en overhoeken

Tip: Gebruik je GPS!

Het stuurt nauwkeurig aan en voorkomt nodeloos over het gewas rijden!

Maak het de dieren niet moeilijk!

Afbeelding: Maak het de dieren niet moeilijk!

Vreemdmaken is het plaatsen van voorwerpen zoals plasticzakken aan stokken, in een te bewerken perceel met als doel de dieren uit het te maaien perceel te houden. Het beeld bestond en werd ook door ons gedeeld dat vreemdmaken al de aanwezige dieren van het te maaien perceel verdrijft en daar weg houdt. Dat is na jarenlange combinatie van de twee technieken controleren ontkracht. Het is niet waar. Er sneuvelen dan wel reekalveren. De afstand tussen de fladderzakken of piepers lijkt daarin bepalend te zijn. Plaats deze verder als 30 mtr. uit elkaar.

De reegeit en de reekalveren zullen niet graag in een gebied gaan liggen als zij nerveus worden van vreemde signalen bijvoorbeeld geluiden en geuren. Zij zullen zich verplaatsen naar waar zij zich wel veilig voelen. Een deel van de slachtoffers kun je dus ook voorkomen door vreemd te maken. Vreemd maken is het onaantrekkelijk maken van een gebied voor wilde dieren door het genereren van 'vreemde' signalen, bijvoorbeeld door het plaatsen van flapperende zakken, flitsende en/of piepende voorwerpen aan stokken in het te bewerken perceel.

Maar Let op:
De ervaring leert dat vreemdmaken van een perceel zonder dat het vooraf goed wordt afgezocht de aanwezige jonge dieren soms insluit!

Deze waarschuwing vloeit voort uit onze missies met de natuurdrone waarin wij schoolvoorbeelden van vreemdmaken tegen kwamen.

Afbeelding: Plaatsen fladderzakken


Een schoolvoorbeeld:
Het Kenniscentrum Reeën is gevraagd om met de natuurdrone reekalveren op te sporen. Het betreft een gebied beheerd door een familie met twee dochters met als achtergrond diergeneeskunde. Op grond van de theorie van het vreemd maken en aangespoord door een boswachter is de avond voor het maaien het perceel vreemd gemaakt. Daarbij is één reekalf gevonden. De familie heeft daarop besloten tot een praktijktoets; het reekalf te laten liggen om te zien of het reekalf ’s nachts zou verdwijnen.

De daarop volgende ochtend heeft het team in eerste instantie een reegeit gezien die zich ‘zenuwachtig’ en opzichtig bij de perceelgrens ophield en later het reekalf gevonden! Het vreemdmaken had niet gewerkt. Sterker nog: Het team heeft in het perceel nog twee reekalveren gevonden. Geen wonder dat de reegeit 'zenuwachtig' is geweest. Zowel de familie als het drone-team zijn ontzettend blij met deze ervaring en dat het perceel alsnog met de natuurdrone is afgezocht.

Inmiddels zijn er nog veel meer van dit soort ervaringen. Als Kenniscentrum Reeën adviseren we dringend: Maak het perceel pas vreemd na het opsporen en veiligstellen van de jonge dieren.

Klik en kijk de video: Vreemdmaken met fladderzak
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/afbeeldingen/video/fladderzak_1080.jpg
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/video/Fladderzak.mp4
Geproduceerd door: Herzo van der Wal, Kenniscentrum Reeën
2018-04-27T00:00:00+01:00

De Omgevingswet beschermt de fysieke leefomgeving en richt zich op omstandigheden en soorten dieren en planten. En onderscheid daarin nadelige gevolgen en aanzienlijke nadelige gevolge. De Wet stelt daarover:

  • Een ieder draagt voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving (Incl. Flora en Fauna).
    • Het is verboden een activiteit te verrichten of na te laten als door het verrichten of nalaten daarvan aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving ontstaan of dreigen te ontstaan.

en

  • Een ieder die redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving (omstandigheden en/of soorten) is verplicht:
    • alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkome
    • voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken,
    • als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs kan worden gevraagd.

Dat doet u door in het te maaien gebied de bedreigde dieren op te sporen, in veiligheid te brengen en het teruggaan in het perceel te voorkomen bijvoorbeeld door vreemd te maken en/of het gebied van binnen naar buiten te maaien!! De combinatie van opsporen, veiligstellen, vreemd maken en of van binnen naar nuiten maaien beperkt het aantal dieren die in het te bewerken deel van het perceel zijn tijdens de werkzaamheden.

Beter iets doen dan niets doen.

Cookies instellen